Ga direct naar inhoud

Webtoegankelijkheid: klaar voor een sprong voorwaarts

Sem Enzerink
2020-10-09

In de fysieke wereld is dit ondenkbaar. Toch komt het in de digitale wereld voor. Sinds 23 september gelden er toegankelijkheidseisen voor alle overheidswebsites. Websites die niet aan de richtlijnen voldoen kunnen vooral voor mensen met een beperking voor hindernissen zorgen.

1.Nederland is nog beperkt digitaal toegankelijk

Gemeenten en andere overheden zijn verplicht om de status van hun website openbaar te maken. In het Register van toegankelijkheidsverklaringen stonden begin oktober ruim 1800 verklaringen. Minder dan 5% daarvan voldoet aan de norm.

Uit nader onderzoek blijkt zelfs dat van de websites met de status “A – Voldoet volledig” bijna de helft nog steeds toegankelijkheidsmankementen vertoont (37 van de 79). Vooral onvoldoende kleurcontrast speelt mee, maar ook afbeeldingen zonder alt tekst, missende labels voor zoekvelden, scrolbare vensters die niet met een toetsenbord te scrollen zijn, evenals menu’s en lijsten die door voorleessoftware niet kunnen worden herkend.

2. Hoe ontstaat ontoegankelijkheid?

De eisen komen niet als verrassing. Al in 2016 was bekend dat overheden toegankelijker moesten worden. Verschillende factoren maken het lastig om toegankelijkheid op orde te krijgen, bijvoorbeeld:

  1. Geringe ervaringskracht: voor iemand die kan zien is het onduidelijk hoe mensen met voorleessoftware de website gebruiken. Hoe kan overheidspersoneel ontoegankelijkheid ervaren om er vervolgens effectiever mee aan de slag te gaan?
  2. Tekort aan specialisten: digitale toegankelijkheid realiseren vraagt om specifieke kennis en vaardigheden. Expertise is schaars. Uit ons onderzoek voor de Europese Commissie bleek dat het opleidingsaanbod klein is en bedrijven vaker trainingen volgen dan de overheid. Hoe professionaliseren we het vak in de publieke sector?
  3. Versnippering: toegankelijkheid raakt vrijwel iedereen binnen een organisatie. Van IT’ers, tot aan communicatiemedewerkers en inkopers. Wie neemt er verantwoordelijkheid bij zo’n veelzijdig vraagstuk?

3. Zo helpen de eerste stappen om structureel toegankelijk te worden

Op overtreding van de huidige regels staat geen boete, hoogstens een bestuurlijke maatregel. Ook ‘naming and shaming’ is niet direct waardevol voor gebruikers. Welke stappen zijn wel zinvol voor zowel overheden als gebruikers?

  1. Maak contact met gebruikers: voor gebruikers is voldoen aan de richtlijn geen doel op zich. Maak contact. Breng het gesprek op gang. Zorg dat feedback kanalen goed vindbaar en toegankelijk zijn (voor mensen die slecht horen of spreken is een telefoonnummer lastig, voor blinden kunnen ontoegankelijke online formulieren een drempel vormen).
  2. Kies voor accessibility-by-design: ontoegankelijkheden achteraf herstellen is tijdrovend en kostbaar. Om minder afhankelijk te zijn van specialisten is het zinvol om zoveel mogelijk oplossingen te kiezen die op voorhand toegankelijk zijn. Nu toegankelijk voor een audit, straks toegankelijk voor gebruikers. Denk bijvoorbeeld aan de design systems waar Canadese en Australische overheden mee werken. Het hergebruiken van oplossingen kan ook vanuit de Rijksoverheid, het IPO en de VNG verder worden versterkt.
  3. Werk multidisciplinair: structurele digitale toegankelijkheid vraagt om een organisatiebrede en integrale aanpak. Zorg dat naast de IT-afdeling ook de afdeling HR, Inkoop, Communicatie, Dienstverlening, Juridische Zaken, etc. betrokken zijn bij het toegankelijkheidsbeleid. Door samenwerking volgens vastgestelde processen komt digitale toegankelijkheid blijvend op orde.

Met deze eerste stappen is de ingang van het gemeentehuis straks net zo goed bereikbaar als de digitale toegangspoort van onze overheid.

Over de auteur

Sem Enzerink is Senior Consultant bij Capgemini Invent (Capgemini’s wereldwijde divisie die expertise bundelt op het gebied van strategie, technologie, data en creatief ontwerp). Met zijn kennis van eGovernment, Webtoegankelijkheid en Open Data, bevordert hij het digitaliseringsbeleid van Nederlandse en andere Europese overheden.