Ga direct naar inhoud

Duurzaamheid als toekomststrategie: bedrijven investeren vaker in milieumaatregelen maar concrete klimaataanpassing blijft voor verbetering vatbaar

23 sep. 2025
  • 88 procent van de bedrijven in Nederland is van plan hun investeringen in ecologische duurzaamheid in de komende 12 tot 18 maanden te verhogen
  • In Nederland zegt 58 procent van de respondenten dat hun organisatie onvoldoende is voorbereid op de impact van klimaatverandering.
  • Wereldwijd wordt de meerderheid van de organisaties getroffen door klimaatverstoringen, maar leidinggevenden worstelen om zich actief voor te bereiden op het toenemende aantal toenemende klimaatrampen.

Ondanks geopolitieke onzekerheid blijven organisaties zich over de hele wereld inzetten voor duurzaamheid. Driekwart van hen zegt zelfs dat het een kernstrategie is om hun organisaties toekomstbestendig te maken en op lange termijn concurrentievermogen, innovatie en veerkracht te bevorderen. Dit blijkt uit de vierde editie van A world in balance 2025: Unlocking resilience and long-term value through environmental action van het Capgemini Research Institute. Het rapport laat zien dat er een kloof is tussen de waargenomen paraatheid en de werkelijke veerkracht, wat suggereert dat organisaties planning verwarren met concrete klimaatadaptatie.

Organisaties blijven duurzaamheid prioriteren ondanks wereldwijde onzekerheid

Meer dan 4 op de 5 organisaties zijn van plan om meer te investeren in milieuduurzaamheid, een stijging van 8 procentpunten ten opzichte van vorig jaar. Naleving van regelgeving blijft de belangrijkste drijfveer voor duurzaamheidsinitiatieven, gevolgd door factoren zoals winstgevendheid, kostenbesparingen en operationele efficiëntie. Ondanks de zakelijke voordelen zegt tweederde van de leidinggevenden dat ze onder toenemende druk staan om geloofwaardige, op wetenschap gebaseerde vooruitgang aan te tonen. Slechts 21 procent van de organisaties heeft echter gedetailleerde transitieplannen ontwikkeld met tussentijdse doelen en budgetten. Intern wordt de voortgang belemmerd door budgetbeperkingen, ontoereikende gegevens- en meetsystemen en operationele silo’s. Extern is bijna tweederde van de leidinggevenden het erover eens dat geopolitiek momenteel de investeringen en projecten in duurzaamheid vertraagt, een aandeel dat stabiel is gebleven sinds vorig jaar.

Klimaatstrategieën zijn aanwezig, maar uitvoering blijft beperkt binnen organisaties

In de huidige context van stijgende temperaturen en klimaatrampen, voelen organisaties de druk van klimaatimpact, waarbij meer dan zeven op de tien leidinggevenden verstoringen in supplychain melden, verdere verstoringen in de productie opmerken en lijden onder tekorten aan grondstoffen. Bovendien voorziet tweederde van de organisaties moeilijkheden bij het managen van verzekerings- of financiële risico’s. Hoewel de meerderheid zegt dat ze klimaatadaptatie voorrang geven, beschouwt meer dan de helft hun organisatie als onvoldoende voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering. De kloof tussen waargenomen gereedheid en werkelijke veerkracht suggereert dat slechts weinig organisaties voldoende concrete maatregelen nemen, met slechts 38% die infrastructuur upgradet, 31% die de productie verplaatst naar minder klimaatgevoelige regio’s en slechts 26% die producten herontwerpt.

Hoewel duurzaamheidsregelgeving minder druk uitoefent op organisaties, zien leidinggevenden duurzaamheid nog steeds als een kernelement van bedrijfswaarde. Met wereldwijde onzekerheid en beperkte budgetten worden veel bedrijven echter geconfronteerd met een realiteitscheck,” zegt Cyril Garcia, Hoofd van Global Sustainability Services en Corporate Responsibility, en lid van de Group Executive Board bij Capgemini. “Met klimaatrisico’s die steeds hoger op de bedrijfsagenda staan, moeten bedrijfsleiders een pragmatische, operationele aanpak hanteren en dringend concrete, gefinancierde transitie- en adaptatiemaatregelen implementeren. Dit zal niet alleen echte veerkracht opbouwen, maar ook innovatie en concurrentievermogen stimuleren.

Ecologische voetafdruk van AI

AI speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van duurzaamheid, waarbij bijna tweederde van de leidinggevenden meldt dat hun organisaties AI gebruiken om hun duurzaamheidsagenda te realiseren. Ondanks het vermogen om gegevens te verwerken, het verbruik van hulpbronnen te verminderen en efficiënties te creëren om duurzaamheid te bevorderen, heeft AI echter ook een eigen milieu-impact. 57% van de leidinggevenden erkent dat de milieu-impact van generative AI (Gen AI) wordt besproken in bestuurskamers, maar minder dan een derde meldt stappen te hebben ondernomen om deze te beperken. Het onderzoek geeft aan dat er een groeiende voorzichtigheid is rond de ecologische voetafdruk van AI, waarbij het aantal leidinggevenden dat gelooft dat de voordelen van Gen AI opwegen tegen de milieukosten, is gedaald van 67% in 2024 naar 57% in 2025.

Een groeiende geloofwaardigheidskloof tussen merken en consumenten

Aan de consumentenkant neemt de scepsis sterk toe: meer dan zes op de tien (62%) consumenten geloven dat bedrijven zich bezighouden met greenwashing, een stijging van een derde in 2023 en meer dan de helft in 2024. Bovendien gelooft meer dan driekwart dat bedrijven meer zouden moeten doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dit benadrukt de behoefte aan transparante en op bewijs gebaseerde duurzaamheidscommunicatie. Daarnaast beschouwt slechts een kwart van de consumenten duurzame producten als betaalbaar en slechts 16% vindt dat ze toegang hebben tot voldoende duurzaamheidsinformatie.

Meer weten?

Download hier het volledige rapport

Onderzoeksmethodologie

Het Capgemini Research Institute voerde in juni en juli 2025 een wereldwijde enquête uit onder 2.146 leidinggevenden van 716 organisaties, elk met een jaarlijkse omzet van meer dan $1 miljard en een gecombineerde jaarlijkse omzet van ongeveer $10,7 biljoen  in 13 landen in Noord-Amerika, Europa en Azië-Pacific, inclusief Nederland. Get onderzoek besloeg 12 verschillende sectoren. Daarnaast ondervroeg het Capgemini Research Institute 6.566 consumenten van 18 jaar en ouder in dezelfde landen en voerde het interviews met 15 senior leidinggevenden van toonaangevende organisaties wereldwijd.