Ga direct naar inhoud

Rapport digital engineering: maakindustrie laat een potentiële omzet van 685 miljard US dollar nog onbenut

21 jun. 2018

De maakindustrie kan de komende twee jaar wereldwijd tussen de 519 en 685 miljard US dollar aan extra inkomsten genereren als het zich sterker richt op de ontwikkeling en verkoop van slimme producten. Hoewel de potentiële rendementen tot 2020 aanzienlijk zijn en veel fabrikanten ook inversteren in digital engineering, blijkt het voor veel ondernemingen nog lastig te zijn om hiervan de vruchten te plukken. Dit bijkt uit het rapport “Digital Engineering: The new growth engine for discrete manufacturers”, dat is gepubliceerd door het Digital Transformation Institute van Capgemini.

Het rapport ondervroeg 1.000 bedrijfsleiders van grote fabrikanten. Zij verwachten dat bijna 50% van hun producten tegen 2020 slim en met internet verbonden zijn, een stijging van 32% ten opzichte van 2014. 18% zegt zelfs dat ze van plan zijn om de productie van producten helemaal stop te zetten en over te stappen op een puur op het leveren van diensten gericht bedrijfsmodel. Een stap in deze richting zal de overstap naar een op diensten gebaseerd model tot een absolute noodzaak voor het bedrijfsleven maken en ook andere vaardigheden vereisen.

We willen waarde toevoegen aan de markt door ons bedrijfsmodel te verleggen naar op service en cloud gebaseerde architecturen. Het is een belangrijke manier om onze waardepropositie in de markt van pure hardwarespelers te onderscheiden“, zegt Antoine Destribats, Vice President – Industrial Operations bij Schneider Electric.

Fabrikanten hebben enthousiast gereageerd op nieuwe technologieën en zijn nu al bezig hun IT-investeringen hierop af te stemmen. Ongeveer 50% van de fabrikanten wil de komende twee jaar meer dan 100 miljoen euro uitgeven aan Product Lifecycle Management (PLM)-platforms en digitale oplossingen, terwijl het deel van het IT-budget dat bestemd is voor het onderhoud van oudere systemen aanzienlijk is gedaald, van 76% in 2014 tot 55% in 2017.

Kansen benutten

Hoewel de digitale investeringen sinds 2014 aanzienlijk zijn toegenomen, hebben weinig fabrikanten nog veel resultatan van hun inspanningen gezien. Tweederde (66%) erkent dat ze voortdurend te maken hebben met twee concurrerende prioriteiten: het versnellen van de time-to-market door continue productinnovatie te behouden en de ontwikkeling van bestaande producten versus investeren in slimme, met internet verbonden producten.

Als gevolg hiervan is het gebruik van bijvoorbeeld virtuele simulatie van fysieke objecten binnen de industrie nog laag; slechts 16% van de organisaties heeft een concept als “Digital Twins”volledig geïmplementeerd, terwijl 45% niet voorbij de pilotfase is. Hoewel minder dan een op de vijf (19%) van de afzonderlijke fabrikanten in de Forbes-lijst van de meest innovatieve bedrijven in 2018 verantwoordelijk was voor 58% van de wereldwijde R&D-uitgaven in 2017, benadrukten zij ook het ‘ankereffect’ van bestaande producten en de noodzaak om de huidige aanpak van product- en diensteninnovatie en -engineering te heroverwegen.

Investeren in digitaal ecosysteem van cruciaal belang

Als fabrikanten willen profiteren van de mogelijkheden van slimme, geconnecteerde producten, zullen ze ook hun IT- en softwarevaardigheden moeten verbeteren. Volgens het rapport beschikt 86% van de ‘nieuwelingen’, binnen hun huidige mogelijkheden, niet over voldoende competenties  voor gegevensbeheer; 95% heeft onvoldoende vaardigheden voor het ontwerpen van apps, en 94% mist de competenties voor kunstmatige intelligentie. Externe werving van specialisten zal deze digitale talentkloof niet volledig kunnen dichten, stelt het rapport. Dit betekent dat organisaties zullen moeten investeren in digitale opleiding, tools en nieuwe samenwerkingsvormen voor hun bestaande medewerkers. Tegelijkertijd zal de ontwikkeling van een uitgebreid digitaal ecosysteem van cruciaal belang zijn voor het design en voor het kunnen leveren van nieuwe end-to-end diensten.

“We beoordelen heel vaak de competenties van onze medewerkers met de nadruk op digitale vaardigheden”, zegt Jan Willem Ruisch, Senior Director – Hoofd Product Management bij Signify (voorheen Philips Lighting). “We ontwikkelen en implementeren trainingsprogramma’s om er zeker van te zijn dat we op de hoogte blijven van de nieuwste technologieën.”

Fabrikanten hebben moeite om gegevens van producten en klanten te gebruiken voor innovatie

Fabrikanten zullen volgens het rapport ook beter gebruik moeten gaan maken van de gegevens die worden gegenereerd door slimme producten in hun transitie naar een dienstenmodel. Het gebruik van gegevens van verbonden producten en feedback van klanten via sociale kanalen vervangt in toenemende mate traditionele marktonderzoeken om product- en diensteninnovatie te stimuleren. Ondanks het groeiende belang van gegevens en de technologie waarmee deze worden verzameld, constateert het rapport dat slechts een kwart van de fabrikanten gegevens gebruikt om bruikbare inzichten te verschaffen voor productinnovatie. Op het gebied van nieuwe productontwikkeling gaven slechts twee op de vijf fabrikanten aan AI-technologieën te gebruiken om klantgegevens te analyseren. Dit suggereert dat een aanzienlijk deel van de fabrikanten een kans mist om gebruik te maken van deze gegevens in hun ontwerp- en ontwikkelingsproces. Fabrikanten worden ook geconfronteerd met meerdere uitdagingen als het gaat om het benutten van productdata en partner-ecosystemen om innovatie te stimuleren.

Uit het onderzoek blijkt dat 54% van de organisaties programma’s heeft opgezet om de samenwerking met start-ups, partners en leveranciers te bevorderen. Minder dan een derde heeft dergelijke programma’s echter gebruikt voor co-creatie.

Naarmate producten steeds meer naar connectiviteit verschuiven, zullen fabrikanten ook softwaremogelijkheden in hun productontwerpprocessen moeten integreren. Productcycli zullen moeten worden aangepast om te voldoen aan de eisen van frequente upgrades – een veelvoorkomend verschijnsel in de softwarewereld. Het onderzoek toont verder aan dat fabrikanten de rol van software en IT in producten zien als een van de top drie-factoren die van invloed zijn op hun bedrijf, samen met het behoud van digitale continuïteit en de verschuiving van een product- naar een dienstenmodel.

Jean-Pierre Petit, hoofd Digital Engineering bij Capgemini: “Met de potentiële voordelen van slimme, geconnecteerde producten en digitale continuïteit die in de komende twee jaar worden voorspeld, is de noodzaak om in nieuwe technologieën te investeren te groot voor fabrikanten om deze te negeren. De weg daarheen is echter uitdagend. Fabrikanten moeten de prioriteiten afwegen tussen het in stand houden van hun kernactiviteiten en investeren in digitale versnelling. Zij moeten investeren in digitale vaardigheden, ecosystemen, instrumenten, routekaarten en nieuwe werkmethoden. Het zal veel werk zijn, maar voor degenen die het goed doen is er een duurzaam leiderschap te winnen.”

Een kopie van het verslag kan hier worden gedownload.

Methodologie

Dit onderzoek ondervroeg 1.000 senior executives van fabrikanten in negen landen: Italië, India, China, Zweden, Nederland, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Deze leidinggevenden waren afkomstig van directeuren of hoger, uit diverse functies en waren nauw betrokken bij de initiatieven van hun organisatie op het gebied van digitale engineering. De onderzoekssteekproef omvatte industriesegmenten, zoals automotive en vervoer, ruimtevaart en defensie, industriële productie, industrële- en landbouwuitrusting, high-tech, en medische hulpmiddelen. Van de onderzochte organisaties had 62% een wereldwijde omzet van 2 miljard dollar of meer.